Zaaigoed

Het was vandaag de laatste dag van het hele goede weer. Wat er nu aankomt ziet eruit als gewoon goed weer. De natuur en de tuin snakken naar water, dus er zou best af en toe een buitje mogen vallen. Voor mij hoeft het niet, maar tja. Ik hou erg van woestijnen, ik ben zeker besmet door het virus. Maar ik hoef er niet in te wonen, niet in dit huis met deze tuin. Voorlopig ben ik dol op de moestuin en dit klimaat. Behalve de winter dan, het deel wat grijs en saai is tenminste.

Een goede dag om nog eens na te gaan of zaaigoed ook opkomt en nog een nieuwe poging te wagen. De tomaten gaan niet zo goed. Ze zijn getrokken van zaad uit vorig jaar gewonnen planten en dat is niet zo’n succes. Alleen de gele kerstomaten doen het goed, die moet ik binnenkort uitdunnen en verspenen. Verder zijn er 3 zwarte tomaten opgekomen, 1 vleestomaat en 1 lichi-tomaat. Dat laatste is fantastisch, onze plant heeft de winter niet overleefd en dat zaad heeft weinig kiemkracht. Opnieuw zaaien van de tomaten heeft weinig zin, dat heb ik ook al geprobeerd. Behalve met de gele vleestomaten, uit nieuw zaad in een nieuw potje. De vorige poging kan nog best lukken, maar zo zetten we niet alles op 1 kaart.

Ook de kruiden die ik gezaaid heb komen niet zo heel goed op. Een beetje kaneelbasilicum komt op, een beetje dille, maar verder nog niets. Wel heel veel ruccola, ook na de tweede poging tot zaaien. Er staan dus nu ook 2 nieuwe potjes basilicum, 1 gewone en 1 kaneel. Beide lekker, maar in de zomer nog lekkerder dan anders. Gewoon een simpele zelfgemaakte pizza of pasta is zo lekker met wat verse basilicum. En je hoeft maar even je hand langs zo’n plantje te halen en je hebt een heerlijke luchtverfrisser. In het vierde potje staat roodlof. De andere slaplantjes slaan mooi aan, dus het was weer tijd voor nieuwe. Elke dag sla is voor ons in de zomer geen straf.

In de tuin komen de radijsjes prachtig op, dus er staat nu een nieuw rijtje bij in het verlengde. Heerlijk in de sla, net als de worteltjes die ook pas deze week gezaaid zijn. Heeft Johan gedaan na werktijd. Lekker dat het zo lang licht is. En heerlijk dat we een kas hebben om plantjes voor te trekken of zelfs planten uit een ander klimaat te laten groeien. Zo hebben we plantjes uit zaad uit Griekenland, een ‘stekelplantje’ zoals wij dat noemen, die bloeit met hele kleine paarse bloemetjes aan een heel klein trosje. Iets groter zijn de bloemen van een witte plant met tros die blad heeft wat een beetje op chrysant lijkt. Het mooist op dit moment is een zachtgele bloem van een strand van Lesbos. We dachten even dat het een calendula was, maar het blad is anders. Meer familie van de Geranium waarschijnlijk.

Er staan ook 3 potjes met stekken, van de salie, de abutilon en de tibouchina. De eerste en laatste slaan zeker aan, maar bij de abutilon is het afwachten. Ach, daar hebben we ook zaad van in een potje en we hoeven maar 1 nieuwe plant. Als dat lukt kan onze huidige plant weer mooi in vorm gesnoeid worden. De tibouchina groeit uit de mooie blauwe pot en die combinatie is nou juist zo leuk. Verder staat er zaad van alyssum en lobelia op te komen, vooral het laatste levert heel kleine zaailingen op.

Buiten in de bak bij de schutting komt de lathyrus mooi op. Net als de eerste lupine en wellicht de eerste leeuwenbek. Niet alleen hebben we voor roodachtig met wit gekozen in die bak, het valt me nu op dat de planten ook nog met een L beginnen. Behalve de witte calendula die voorin staat. Maar dat hebben we niet uit zaad maar als stek gekocht. En die doen het bijna net zo goed als de soortgenoot in de oude gieter. Maar die heeft de ruimte voor zichzelf en wordt mooi groot. Een mooie bestemming voor een lekke gieter: eindigen als plantenbak.